Bollenveld Valthermond

Op weg naar duurzame bollenteelt Drenthe: omwonenden zijn niet gebaat bij betere communicatie maar bij minder gifgebruik | opinie

Een bollenveld in Valthermond. Foto: Archief DVHN

Volgens Rob Chrispijn en Henk Baptist is het programma Duurzame Bollenteelt Drenthe een nieuwe poging om marktpartijen de problemen op te laten lossen die ze deels zelf veroorzaakt hebben. Ze pleiten ervoor dat omwonenden meer betrokken worden.

Volgens de neoliberale beginselen die door veel bestuurders en politici worden aangehangen, was het niet meer dan logisch dat de problemen rond de bollenteelt in de Gemeente Westerveld zouden worden opgelost door de bollensector zelf. Het convenant dat in 2020 is gesloten tussen de bollensector en de gemeente, werd de opmaat voor het programma Duurzame Bollenteelt Drenthe.

Dat de burgers daar grotendeels buiten zijn gehouden, zou niet erg hoeven zijn als de problemen die spelen maar daadkrachtig worden aangepakt. Een testcase daarvoor is de informatiebijeenkomst die de stuurgroep Duurzame Bollenteelt Drenthe op 22 maart aanstaande houdt in de Schildhoeve in Fluitenberg.

Onder de titel ‘De eerste resultaten van de praktijkproeven’ verscheen vorige maand als advertentie in de Westervelder Wolder Courant een verslag van het onderzoek over 2021 en 2022. Dat is een positief verhaal, in de trant van ‘we deden het al goed en doen het nu nog veel beter’. Helaas wordt dit lang niet altijd bevestigd door de feiten.

Niet echt onafhankelijk dus

Neem het verhaal over de milieubelastingpunten (MBP) waarin de invloed van pesticiden op het milieu wordt uitgedrukt. Het is een door de bollenindustrie bedachte meetmethode, voorzien van cijfers die door diezelfde industrie worden aangeleverd. Niet echt onafhankelijk dus. Toch mooi dat de MBP fors gedaald is, alleen is dit vooral een gevolg van een Europees verbod op de meest giftige pesticiden, ondank protesten van telers.

Nog zoiets. Er wordt uitvoerig ingegaan op de invoering van een waarschuwingssysteem waardoor een teler alleen spuit wanneer het echt nodig is. De toepassing van ‘geïntegreerde gewasbescherming’ is als sinds 2014 verplicht volgens de Europese richtlijn 2009/128 betreffende een duurzaam gebruik van pesticiden. Het is misleidend om deze verplichte toepassing bijna tien jaar te laat alsnog als een innovatieve ontwikkeling te presenteren.

Doelen veelal vaag geformuleerd

Wat opvalt is dat de doelen die men hoopt te bereiken veelal zo vaag geformuleerd worden dat buitenstaanders nooit kunnen controleren of er vooruitgang is geboekt. Er wordt gestreefd naar ‘een meer duurzame teelt’, ‘resultaten die kunnen leiden tot…’.

Gelukkig wordt er wel één concreet cijfer genoemd: een vermindering van de milieubelasting met 50 procent in 2025. Helaas is die MBP een wat schimmige rekenmethode die niet door onafhankelijke wetenschappers wordt ondersteund. Het betekent dan ook niet dat het gifgebruik in 2025 met 50 procent afneemt.

Valt er dan niets positiefs te melden? Natuurlijk wel, het is goed dat er geëxperimenteerd wordt met minder ziektegevoelige lelierassen. Al vraag je je als leek wel af waarom dit niet al veel eerder is gebeurd. Ook worden er proeven genomen met bloemrijke akkerranden om de natuurlijke vijanden van luizen en andere schadelijke insecten aan te trekken. Natuurliefhebbers zullen zich echter afvragen hoeveel van die natuurlijke vijanden niet zelf het loodje leggen als gevolg van gif dat van de akker afwaait.

Zelf veroorzaakte problemen oplossen?

Volgens steeds meer economen en maatschappijcritici loopt het tijdperk van het neoliberalisme ten einde. De gebrekkige afhandeling van aardbevingsschade in Groningen bewijst hoelang burgers in de kou moeten blijven staan. Toch is het programma Duurzame Bollenteelt Drenthe een nieuwe poging om marktpartijen de problemen op te laten lossen die ze deels zelf veroorzaakt hebben. En ook hier weigert de overheid om handelend op te treden.

Het zou al mooi zijn als het eindelijk tot de overheid zou doordringen dat omwonenden niet gebaat zijn bij betere communicatie maar bij minder gifgebruik. Maar de aanhef in het hier besproken verslag doet het ergste vrezen: ‘we zoeken met elkaar naar oplossingen voor de knelpunten die omwonenden ervaren’.

Het is dus niet het milieu, het grondwater en de volksgezondheid voor wie het hoge gifgebruik problematisch is, nee het zijn die klagende burgers die het probleem zijn. Er is geen enkel besef dat de natuur ontzien moet worden, zelfs nu aangetoond is dat de insectenstand in ons land met 70 procent is afgenomen en de meest vluchtige gifstoffen van vele kilometers ver in natuurgebieden zijn aangetroffen.

Maakt winst BBB terugdringen moeilijker?

Zal de spectaculaire winst van de BBB het terugdringen van het pesticidengebruik moeilijker maken? De BBB wil – volgens haar programma – een ‘leefbaar, gezond en vitaal platteland waarin iedereen gehoord en gezien wordt’. Dat klinkt goed. De vraag is wat in de praktijk de balans zal zijn tussen de belangen van de bollensector aan de ene kant en het belang van de burgers aan de andere kant. Zal de BBB als bestuurderspartij opkomen voor het belang van de gezondheid van alle Drentse burgers?

Al twintig jaar lang proberen burgers de overheid te bewegen om de almaar uitdijende bollenteelten eindelijk te reguleren. En de gezondheid van burgers beter te beschermen volgens het principe ‘niet alles kan overal’. Tot nu toe waren al deze pogingen tevergeefs, maar we blijven strijden voor verandering en blijven hopen op meer gezond verstand.

Rob Chrispijn is mycoloog en voorzitter van Burgerinitiatief Meten=Weten, Jan Roncken is bestuurslid Meten=Weten, Henk Baptist is ecoloog

Vergelijkbare berichten