Reactie op kritische berichten en vragen
Het rapport ‘Een deken van gif’ van Meten = Weten is in veel media besproken, zowel regionaal als landelijk. We krijgen veel reacties uit het hele land waarin mensen waardering uitspreken en steun betuigen. Daarnaast lezen we ook enkele kritische berichten en worden er vragen gesteld over de juistheid van de inhoud. Hier een eerste reactie:
- Vanuit ten minste zes politieke partijen is een nadrukkelijke wens uitgesproken om de toelatingsprocedure voor pesticiden door het Ctgb (College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden) alsmede de handhaving door de NVWA (Nederlandse voedsel- en warenautoriteit) te verscherpen, en te actualiseren aan de hand van wetenschappelijke kennis.
- Professor Violette Geissen (WUR) is van mening dat de toelatingsprocedure van gewasbeschermingsmiddelen en biociden achterhaald is en herzien moet worden.
- Het OBO (Onderzoek bestrijdingsmiddelen en omwonenden), uitgevoerd door RIVM in samenwerking met o.a. de Universiteit Utrecht, stelde vast dat er tot op ruime afstand van landbouwpercelen pesticiden teruggevonden worden, in tuinen en in huisstof, zelfs tot in babyluiers. Ook werd geconstateerd dat zeker gebruikers van de middelen extra gevaar liepen. Helaas moest het RIVM ook constateren dat er in Nederland weinig wetenschappelijk onderzoek over deze materie op initiatief van de overheid is uitgevoerd. In het buitenland bestaat wel wetenschappelijk onderzoek dat een verband tussen pesticiden en gezondheidsklachten waarschijnlijk maakt of zelfs bewezen acht.
- De Gezondheidsraad heeft de overheid dringend geadviseerd uitgebreid gezondheidsonderzoek te laten uitvoeren en tot die tijd ook het voorzorgprincipe te hanteren: Iets wordt pas toegelaten mits de onschadelijkheid wetenschappelijk is vastgesteld.
- In Medisch Contact, vakblad voor huisartsen, wordt opgemerkt dat er wel degelijk schade door gewasbeschermingsmiddelen kan optreden, zoals ziekte van Parkinson en ontwikkelingsstoornissen bij kinderen. Gesteld wordt dat veilig werken te weinig prioriteit krijgt en dat streven naar duurzaamheid door de overheid tot nog toe weinig succesvol is.
Kortom aanscherping van regelgeving is nodig.
Meten=Weten heeft vooral gewas- en grondmonsters uit particuliere tuinen, natuurgebieden en akkers onderzocht op de aanwezigheid van pesticiden. Er zijn daarbij overal chemische verbindingen gevonden, waarbij de meeste als pesticiden in de landbouw werden of worden gebruikt. Een beperkt deel – 12 stoffen – van de 132 gevonden stoffen is niet te herleiden naar de landbouw, maar afkomstig uit industrie, verkeer, verbranding van hout en dergelijke. Voor bodem, huisstof en planten in de natuur zijn echter geen maximaal toelaatbare niveaus bepaald, want gebruikte middelen zouden volgens het Ctgb op de akkers blijven.
Tot nu toe is er in Nederland geen enkele organisatie, instituut of universiteit die de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in natuurgebieden en in tuinen van omwonenden op de schaal van Meten=Weten heeft onderzocht. Meten=Weten heeft als eerste organisatie monsters uit natuurgebieden en uit tuinen op 664 verschillende pesticiden met een hoge gevoeligheid door een gecertificeerd laboratorium laten meten.
Door het onderzoek van Meten=Weten is aangetoond – voor meer middelen en op grotere afstand van de akker, dan eerder onderzocht door het RIVM – dat de aanname van het Ctgb onjuist is. Wetenschappers, Ctgb, pesticidenindustrie en agrarisch sector kunnen op dit moment de chronische effecten van de vele gevonden cocktails op mens en biodiversiteit te voorspellen. Het is daarom niet logisch om uitslagen uit onze onderzoeken te vergelijken met normen voor voedingsmiddelen en deze daarmee als volledig veilig te verklaren. Ook zouden de gewasbeschermingsmiddelen (pesticiden of bestrijdingsmiddelen) die op het moment van monstername nog in de landbouw toegelaten waren niet tientallen meters en zelfs kilometers ver buiten de akkers aangetroffen kunnen of mogen worden, zoals de uitgangspunten zijn van de toelatingscommissie Ctgb. Deze zijn dan ook onjuist.
Vereniging Meten=Weten en wetenschappers als hoogleraren neuroloog Bas Bloem, kindergeneeskunde Pieter Sauer, toxicoloog Martin van den Berg, cardioloog Bianca Brundel en anderen dringen bij de overheden aan op maatregelen, te beginnen met het opvolgen van de adviezen van de Gezondheidsraad. Dus dat de overheid uitgebreid gezondheidsonderzoek laat uitvoeren en tot die tijd het voorzorgprincipe wordt gehanteerd: een middel wordt pas toegelaten als de onschadelijkheid wetenschappelijk is vastgesteld.
Pesticiden is geen politieke kwestie, niets voor een regeerakkoord, maar zuiver een wettelijke taak van de overheid. Zetjes in de goede richting door burgerinitiatieven zijn hierbij tekenen van grote betrokkenheid.